Dabru Emet - With Dutch Translation / met Nederlandse vertaling

National Jewish Scholars Project DABRU EMET

A JEWISH STATEMENT ON CHRISTIANS AND CHRISTIANITY

Project DABRU EMET van de National Jewish Scholars

EEN JOODSE VERKLARING OVER CHRISTENEN EN CHRISTENDOM

In recent years, there has been a dramatic and unprecedented shift in Jewish and Christian relations. Throughout the nearly two millennia of Jewish exile, Christians have tended to characterize Judaism as a failed religion or, at best, a religion that prepared the way for, and is completed in, Christianity.

In the decades since the Holocaust, however, Christianity has changed dramatically. An increasing number of official Church bodies, both Roman Catholic and Protestant, have made public statements of their remorse about Christian mistreatment of Jews and Judaism. These statements have declared, furthermore, that Christian teaching and preaching can and must be reformed so that they acknowledge God’s enduring covenant with the Jewish people and celebrate the contribution of Judaism to world civilization and to Christian faith itself.

We believe these changes merit a thoughtful Jewish response. Speaking only for ourselves - an interdenominational group of Jewish scholars -- we believe it is time for Jews to learn about the efforts of Christians to honor Judaism. We believe it is time for Jews to reflect on what Judaism may now say about Christianity. As a first step, we offer eight brief statements about how Jews and Christians may relate to one another.

In de afgelopen jaren heeft een dramatische verschuiving zonder precedent plaatsgevonden in de relatie tussen joden en christenen. Gedurende de hele, bijna twee millennia durende, joodse bannelingschap hebben christenen de neiging gehad om het jodendom af te schilderen als een mislukte religie, of, op zijn best, een religie die de weg baande voor, en gecompleteerd werd in het christendom.

In de decennia sinds de Shoah (de ‘Holocaust’) is het christendom dramatisch veranderd. Een groeiend aantal officiële kerkelijke instanties, zowel Rooms-katholiek als Protestant, hebben publiekelijk verklaard spijt te hebben van de slechte behandeling door christenen van joden en het jodendom. In deze verklaringen wordt verder uiteen­gezet dat de christelijke leer en prediking gewijzigd kunnen en moeten worden, zodat zij Gods voortdurende verbond met het joodse volk erkennen, en de positieve bijdrage waarderen van het jodendom aan de beschaving in de wereld en het christelijk geloof zelf.

Wij zijn van mening dat deze wijzigingen een wel­overwogen joods antwoord verdienen. Wij, - joodse geleerden uit diverse religieuze stromingen die voor onszelf spreken-, geloven dat het tijd wordt voor joden om kennis te nemen van de inspanningen van christenen om het jodendom op waarde te schatten. Wij geloven dat het tijd wordt voor joden om na te denken over wat het jodendom nu kan zeggen over het christendom. Als een eerste stap bieden we acht korte uitspraken aan over hoe joden en christenen zich tot elkaar kunnen verhouden.

Jews and Christians worship the same God. Before the rise of Christianity, Jews were the only worshippers of the God of Israel. But Christians also worship the God of Abraham, Isaac, and Jacob; creator of heaven and earth. While Christian worship is not a viable religious choice for Jews, as Jewish theologians we rejoice that, through Christianity, hundreds of millions of people have entered into relationship with the God of Israel.

Joden en christenen aanbidden dezelfde God. Voor de opkomst van het christendom waren joden de enige aanbidders van de God van Israel. Maar christenen aanbidden ook de God van Abraham, Isaac en Jacob; Schepper van hemel en aarde. Hoewel de christelijke eredienst geen levensvatbare keuze is voor joden, zijn wij als joodse godgeleerden verheugd dat via het christendom honderden miljoenen mensen met de God van Israel verbonden zij geraakt.

Jews and Christians seek authority from the same book -- the Bible (what Jews call “Tanakh” and Christians call the “Old Testament”). Turning to it for religious orientation, spiritual enrichment, and communal education, we each take away similar lessons: God created and sustains the universe; God established a covenant with the people Israel, God’s revealed word guides Israel to a life of righteousness; and God will ultimately redeem Israel and the whole world. Yet, Jews and Christians interpret the Bible differently on many points. Such differences must always be respected.

Joden en christenen ontlenen gezag en inspiratie aan het zelfde boek, de bijbel (wat joden Tenach noemen en christenen het Oude Testament). Wanneer wij ons richten tot Tenach/Oude testament voor godsdienstige oriëntatie, geestelijke verrijking en gezamenlijk onderricht, dan ontlenen we er allen gelijksoortige lessen aan: God schiep en onderhoudt het universum; God sluit een verbond met het volk Israel, Gods geopenbaarde woord leidt Israel tot een leven van gerechtigheid; en God zal uiteindelijk Israel en de hele wereld verlossen. Toch leggen joden en christenen de Bijbel op vele punten verschillend uit. Zulke verschillen dienen steeds gerespecteerd te worden.

Christians can respect the claim of the Jewish people upon the land of Israel. The most important event for Jews since the Holocaust has been the reestablishment of a Jewish state in the Promised Land. As members of a biblically based religion, Christians appreciate that Israel was promised -- and given -- to Jews as the physical center of the covenant between them and God. Many Christians support the State of Israel for reasons far more profound than mere politics. As Jews, we applaud this support. We also recognize that Jewish tradition mandates justice for all non-Jews who reside in a Jewish state.

Christenen kunnen de claim van het joodse volk op het land Israel respecteren. De voor joden belang­rijkste gebeurtenis sinds de Shoah is de her­oprichting van een joodse staat in het beloofde land. Als leden van een religie die zich op de bijbel baseert, begrijpen christenen dat Israel beloofd was - en gegeven werd - aan joden als het materiële centrum van het verbond tussen hen en God. Vele christenen steunen de staat Israel om redenen die veel dieper liggen dan alleen politieke. Als joden zijn wij zeer blij met deze steun. We erkennen ook dat de joodse traditie recht vereist voor alle niet-joden die in een joodse staat verblijven.

Jews and Christians accept the moral principles of Torah. Central to the moral principles of Torah is the inalienable sanctity and dignity of every human being. All of us were created in the image of God. This shared moral emphasis can be the basis of an improved relationship between our two communities. It can also be the basis of a powerful witness to all humanity for improving the lives of our fellow human beings and for standing against the immoralities and idolatries that harm and degrade us. Such witness is especially needed after the unprecedented horrors of the past century.

Joden en christenen accepteren de morele princi­pes van de Thora. Centraal in de morele principes van de Thora is de onvervreemdbare heiligheid en waarde van elk menselijk wezen. Wij allen zijn geschapen in het beeld van God. Deze gedeelde morele nadruk kan de basis zijn van een verbeterde relatie tussen onze twee gemeenschappen. Het kan ook de basis zijn van een krachtig getuigenis voor de hele mensheid om het leven van onze medemens te verbeteren en op te staan tegen die immoraliteit en afgoderij die ons schaden en omlaag halen. Zulk een getuigenis is in het bijzonder noodzakelijk na de ongehoorde verschrikkingen van de afgelopen eeuw.

Nazism was not a Christian phenomenon. Without the long history of Christian anti-Judaism and Christian violence against Jews, Nazi ideology could not have taken hold nor could it have been carried out. Too many Christians participated in, or were sympathetic to, Nazi atrocities against Jews. Other Christians did not protest sufficiently against these atrocities.

But Nazism itself was not an inevitable outcome of Christianity. If the Nazi extermination of the Jews had been fully successful, it would have turned its murderous rage more directly to Christians. We recognize with gratitude those Christians who risked or sacrificed their lives to save Jews during the Nazi regime.

With that in mind, we encourage the continuation of recent efforts in Christian theology to repudiate unequivocally contempt of Judaism and the Jewish people. We applaud those Christians who reject this teaching of contempt, and we do not blame them for the sins committed by their ancestors.

Nazisme was geen christelijk fenomeen. Zonder de lange geschiedenis van christelijk anti-judaïsme en christelijk geweld tegen joden, had de Nazi-ideologie geen voet aan de grond gekregen, en had ze ook niet kunnen worden uitgevoerd. Te veel christenen hebben mee­gedaan aan, of stonden positief tegenover de gruwelijk­heden van de Nazi’s tegen de joden. Andere christenen hebben niet voldoende geprotesteerd tegen deze gruwelijkheden.

Maar Nazi-leer was geen onontkoombaar uitvloeisel van het christendom. Als de uitroeiing van de joden door de Nazi’s geheel voltooid zou zijn geweest, dan had die moord­lust zich directer op christenen gericht.

Met dank erkennen wij die christenen die hun leven riskeerden of gaven om joden te redden gedurende het Nazi-regime.

Daaraan denkend, moedigen wij de voortzetting aan van de recente inspanningen in de christelijke theologie om minachting van jodendom en het joodse volk ondubbel­zinnig te verwerpen. We juichen die christenen toe die deze leer van de verguizing verwerpen, en we houden hen niet verantwoordelijk voor de zonden die door hun voorouders werden begaan.

The humanly irreconcilable difference between Jews and Christians will not be settled until God redeems the entire world as promised in Scripture. Christians know and serve God through Jesus Christ and the Christian tradition. Jews know and serve God through Torah and the Jewish tradition. That difference will not be settled by one community insisting that it has interpreted Scripture more accurately than the other; nor by exercising political power over the other. Jews can respect Christians’ faithfulness to their revelation just as we expect Christians to respect our faithfulness to our revelation. Neither Jew nor Christian should be pressed into affirming the teaching of the other community.

Het - in menselijke termen - onoverbrugbare ver­schil tussen joden en christenen zal niet beslecht worden tot God de hele wereld verlost, zoals beloofd wordt in de Schriften. Christenen ken­nen en dienen God door Jezus Christus en de christe­lijke traditie. Joden kennen en dienen God door de Thora en door de joodse traditie. Dat verschil zal niet worden opgelost door de ene gemeenschap die volhoudt dat zij de Schriften juister heeft verstaan dan de andere; noch door politieke macht over de ander uit te oefenen. Joden kunnen de trouw van christenen aan hun openbaring respecteren, net zoals we van christenen verwachten dat zij onze trouw aan onze openbaring respecteren. Jood noch christen mag gedwongen worden om de leer van de andere gemeenschap te belijden.

A new relationship between Jews and Christians will not weaken Jewish practice. An improved relationship will not accelerate the cultural and religious assimilation that Jews rightly fear. It will not change traditional Jewish forms of worship, nor increase intermarriage between Jews and non-Jews, nor persuade more Jews to convert to Christianity, nor create a false blending of Judaism and Christianity.

We respect Christianity as a faith that originated within Judaism and that still has significant contacts with it. We do not see it as an extension of Judaism. Only if we cherish our own traditions can we pursue this relationship with integrity.

Een nieuwe relatie tussen joden en christenen zal de joodse geloofspraktijk niet verzwakken. Een ver­beterde verstandhouding zal de door joden terecht gevreesde culturele en godsdienstige assimilatie niet doen toenemen Het zal traditioneel joodse vormen van eredienst niet veranderen, noch het onderling trouwen van joden en niet-joden bevorderen, noch meer joden overhalen om zich tot het christendom te bekeren, noch een vals mengsel van jodendom en christendom scheppen.

Wij respecteren het christendom als een geloof dat ontstond binnen het jodendom en dat daarmee nog steeds betekenisvolle banden heeft. We zien het niet als een uitbreiding van het jodendom. Alleen als wij onze eigen tradities koesteren kunnen we deze verstandhouding met integriteit voortzetten.

Jews and Christians must work together for justice and peace. Jews and Christians, each in their own way, recognize the unredeemed state of the world as reflected in the persistence of persecution, poverty, and human degradation and misery.

Although justice and peace are finally God’s, our joint efforts, together with those of other faith communities, will help bring the kingdom of God for which we hope and long.

Separately and together, we must work to bring justice and peace to our world. In this enterprise, we are guided by the vision of the prophets of Israel:

“It shall come to pass in the end of days that the mountain of the Lord’s house shall be established at the top of the mountains and be exalted above the hills, and the nations shall flow unto it ... and many peoples shall go and say, ‘Come ye and let us go up to the mountain of the Lord to the house of the God of Jacob and He will teach us of His ways and we will walk in his paths.’”

(Isaiah 2:2-3)

Joden en christenen moeten samenwerken voor gerechtigheid en vrede. Joden en christenen erkennen elk op eigen wijze de onverlostheid van de wereld zoals die weerspiegeld wordt in het voortduren van vervolging, armoede, en menselijke onwaardigheid en armoede.

Hoewel gerechtigheid en vrede uiteindelijk van God zijn, zullen onze gezamenlijke inspanningen, samen met die van andere geloofs­gemeen­schappen, het koninkrijk van God waarnaar wij allen hopen en verlangen, realiseren.

Afzonderlijk en gezamenlijk moeten we werken om gerechtigheid en vrede te brengen in onze wereld. In deze taak worden wij geleid door het visioen van de profeten van Israel:

“En het zal geschieden in het laatste der dagen: dan zal de berg van het huis des Heren vaststaan als de hoogste der bergen, en zal hij verheven zijn boven de heuvelen. En alle volkeren zullen derwaarts heenstromen. En vele natiën zullen optrekken en zeggen: ‘Kom, laten wij opgaan naar de berg des Heren, naar het huis van de God van Jacob opdat Hij ons lere aangaande zijn wegen en opdat wij zijn paden bewandelen.’”

(Jesaja 2:2-3, vert. NBG)

Tikva Frymer-Kensky, University of Chicago
David Novak, University of Toronto
Peter Ochs, University of Virginia
Michael Signer, University of Notre Dame

Dabru Emet on internet
http://www.icjs.org/what/njsp/dabruemet.html

Dutch translation: Council of Christians and Jews in the Netherlands, 2001.

Tikva Frymer-Kensky, University of Chicago
David Novak, University of Toronto
Peter Ochs, University of Virginia
Michael Signer, University of Notre Dame

Dabru Emet op internet
http://www.icjs.org/what/njsp/dabruemet.html

Nederlandse vertaling: Overlegorgaan van Joden en Christenen in Nederland, 2001.
Vertaling Kees Kaldenbach / Dick Pruiksma